top of page

Bewegingsagogie een beknopte historie Deel 2

Bijgewerkt op: 22 aug. 2021

Zoals je op de tijdslijn hieronder kun zien, hebben er aantal hoogte punten plaatsgevonden met als gevolg een geleidelijk progressie op het gebied van bewegen als tool om mensen vitaler te krijgen.


Zo heeft Carl Gordijn een enorme bijdrage geleverd door het ontwikklen van de relationele bewegingsconept. Het is Carl Gordijn na zijn opleiding tot gymnastiekleraar aan het N.I.L.O. te Amsterdam (1926-1930) al snel duidelijk geworden dat de hem aangereikte - vooral anatomisch-fysiologische - kennis niet toereikend is voor de onderwijspraktijk. Via opleidingen tot MO-A (1942) en MO-B (1945) pedagogiek en de doctorale studie pedagogiek (cum laude 1957), promoveert hij in 1958 op het proefschrift Bewegingsonderwijs in het onderwijs- en opvoedingstotaal(promotor: Prof. Dr. J. Waterink). Vele publicaties zullen nog volgen, waaronder de boeken Bewegingsonderwijs (1961), Inleiding tot het bewegingsonderwijs (1968) en Wat beweegt ons (1975). Door zijn verdiensten op het institutionele vlak en vooral door zijn vernieuwende opvattingen over bewegen en bewegingsbeïnvloeding neemt Gordijn een opmerkelijke plaats in in de (recente) geschiedenis van de theorievorming over het menselijk bewegen en de bewegingsagogiek.


Dat heeft er toegevloeid dat het vak bewegingsagogiek in te delen is in twee domeinen die onlosmakelijk verbonden zijn met elkaar, of te wel Ortho & Sociaal bewegingsagogie. Want lichaam en geest zijn Onscheidbaar! De verdeling is gepasseerd op de visie die men kan hebben op bewegen en het werkveld waar de bewegingsagoog voor kiest. De substantiële visie op bewegen is wel met name gericht op het motorische aspect (grond motorische eigenschappen). De biologische georiënteerd Vak-concept en het sportgerichte Vak-concept passen hier naadloos bij. Een ortho-bewegingsagoog zal bijvorbeeld een voorkeur hebben voor de substantiële visie op bewegen. En vaak werkt een ortho- bewegingsagoog op een revalidatie afdeling of met doelgroepen die enorme behoefte hebben aan fysieke inspanning om een prestatie te leveren. Een sociaal-bewegingsagoog zal een voorkeur hebben voor de relationele visie op bewegen. En vaak werkt een sociaal bewegingsagoog binnen de zorg en of speciaal onderwijs of te wel met doelgroepen waarbij het leveren van een prestatie niet op de voorgrond staat. Het mooiste scenario is wanneer een bewegingsagoog bewust is van zijn voorkeur. Maar ook in staat is om zijn eigen voorkeur te overstijgen door zijn deelnemers te leren kennen en te achterhalen welke visie & vakconcept/en aansluiten bij de deelnemers. Als een bepaalde aanpak niet aansluit bij je deelnemers dan zullen ze het niet volhouden. En volhouden zorgt voor resultaat.


Nu we weten hoe het allemaal ontstaan is en waar het uit bestaat, het is wellicht tijd om ons af te vragen wat is bewegingsagogie anno 2020?


De bewegingsagoog werkt met verschillende doelgroepen en dat

maakt het interessant om te inventariseren hoe bewegingsagogen hun agogische plannen samenstellen en verantwoorden? En welke tools zij gebruiken? En welke verschillen en overeenkomsten er zijn tussen de MBO gediplomeerd bewegingsagoog en de HBO gediplomeerd Bewegingsagoog?


Om deze vragen te beantwoorden moeten we eerst weten wat Bewegingsagogie is!


Ortho-bewegingsagogie: Het herstellen, bevorderen en leren omgaan met fysieke beperkingen en mogelijkheden. (bestaansveld bewegen)

Sociaal-bewegingsagogie is de bewuste begeleiding van een individu of een groep samenwerkende leden, die leidt tot acties waardoor de deelnemers in een bevredigende interactie met elkaar en hun omgeving kunnen komen, met als gevolg het bereiken van de doelen die zijn gesteld. (bestaansveld maatschappelijk of sociaal functioneren)

81 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page